Aardgasrijder.be geeft organisaties en bedrijven te kans om persberichten op publicitetismateriaal gratis ter berschikking te stellen op deze website. Vandaag is het de beurt aan Renta, de federatie van de leasing- en autoverhuursector in België. Aardgasrijder.be hoopt echter wel dat de leasingbedrijven in de toekomst meer gaan inzetten op CNG en elektrisch rijden in plaats van de huidige parade van diesel leasingwagens.
Persbericht – 27.05.2016
Geen ondoordachte ingrepen in fiscaliteit bedrijfswagens
Leasingsector stelt als alternatief een eenvoudig en praktisch mobiliteitsbudget voor
Renta, de federatie van de leasing- en autoverhuursector in België waarschuwt voor de gevolgen van blinde wijzigingen in de fiscaliteit van de bedrijfswagens. Recent verklaarde Minister van Financiën Van Overtveldt dat hij het bestaande systeem wil herbekijken.
De leasingsector stelt wel voor om werk te maken van fiscale hervormingen in het kader van het mobiliteitsbudget, dit om tot een vlottere en groenere bedrijfsmobiliteit te komen en werknemers en zelfstandigen hun bedrijfswagen te laten combineren met andere vormen van mobiliteit.
Taxshift?
Het afpakken van een extra-legaal voordeel om vervolgens met de vermeende opbrengst de lasten op lonen ‘voor iedereen’ te verlagen is gewoon een netto-shift van degenen die een firmawagen hebben naar degenen die er geen hebben. Dit is vooral een sociale shift, die door werkgevers op één of andere manier gecompenseerd zal moeten worden naar de betrokken werknemers opdat ze hun menselijk kapitaal niet zouden verliezen. Dit werkt nog maar eens tegen de competitiviteit van onze bedrijven. Voor vele gebruikers van een bedrijfswagen is deze ook onmisbaar voor de uitoefening van hun beroep. Door de fiscaliteit ongunstiger te maken, tref je onvermijdelijk ook de thuisverpleegster en de loodgieter.
Daarbij komt nog dat bedrijfswagens dubbel zo snel vernieuwd worden dan privé-voertuigen, wat ook de automobiel- economie in dit land ten goede komt en finaal ook de staatskas voedt.
File- en mileuleed?
De bedrijfswagen uit het verkeer halen, betekent meer privéwagens op de weg zetten. Volgens onze gegevens kruipt 85% van de bedrijfswagengebruikers in een privévoertuig indien ze dit voordeel verliezen. Wetende dat (slechts) 20% van de voertuigen op de Belgische wegen ingeschreven zijn op een bedrijf, dan gaan we naar een reductie van het verkeer met een schamele 3%… Bovendien zijn bedrijfswagens de schoonste voertuigen: privéwagens zijn ouder en vervuilender.
Mobiliteitsbudget
Er is natuurlijk wel een congestieprobleem en de maatschappij streeft naar meer duurzaamheid. Daarom moeten bedrijven en werknemers, al dan niet gebruikers van een firmawagen, de kans krijgen om hun mobiliteit zo efficiënt en duurzaam mogelijk te organiseren, in een eenvoudige fiscale en sociale context. Proefprojecten tonen aan dat deze benadering werkt.
Het federale regeerakkoord voorziet de invoering van een mobiliteitsbudget. Sedert enige tijd hebben verschillende partijen hun licht laten schijnen over de aanpak van dit systeem maar tot op heden ontbrak het aan een praktische aanpak.
De leasingsector, die het concept genegen is, komt met een concreet plan dat uitgaat van een aanpak die erop gericht is de fiscale en sociale heffingen op een eenvoudige en forfaitaire manier in te richten zodat voor overheid, werkgevers en werknemers de verrekening van het voordeel alle aard en de toepasselijk heffingen onmiddellijk kunnen bepalen. De verdere technische en financiële inrichting van het mobiliteitsbudget kan dan gebeuren tussen werkgever en werknemers.
Algemene principes
- Bij de invoering van het mobiliteitsbudget dient er uitgegaan te worden van budgetneutraliteit.
- Geldt voor werknemers, zelfstandigen en bedrijfsleiders
- Stroomlijning van de berekeningsbasis VAA (Bedrijfsvoorheffing) en RSZ: geen aparte interpretaties meer tussen belastingadministratie en RSZ administratie.
- De werkgever bepaalt of hij een mobiliteitsbudget invoert, voor wie en welke onderdelen binnen het mobiliteitsbudget toegelaten zijn voor werknemer, welke de grenzen zijn van het totale mobiliteitsbudget en van elk van de onderdelen. Bij de invoering van het mobiliteitsbudget stelt de werkgever bij voorkeur een bedrijfsvervoersplan of mobiliteitsregeling op voor de onderneming. Een addendum met de gebruiksmodaliteiten (Mobility Policy) dient toegevoegd te worden aan de arbeidsovereenkomst.
- Voor wat betreft de aftrekbaarheid van BTW en fiscale aftrekbaarheid van de verschillende onderdelen verandert er niets hoewel in de nabije toekomst een vereenvoudiging, harmonisatie en verdere vergroening ook hier wenselijk is.
- Elementen die het mobiliteitsbudget kunnen bevatten:
- Kosten van mobiliteit, via individuele of collectieve transportmiddelen, die ook privé aangewend mogen worden (woon-werk verkeer en zuivere privé-verplaatsingen)
- Alle indirecte kosten die aan deze mobiliteitsmiddelen gerelateerd zijn (parking, fietskledij, tol,…)
- Er kan ook nagedacht worden om elementen op te nemen die verplaatsingen kunnen vermijden (bv. middelen die thuiswerk bevorderen)
- De werkgever kan de kost van het mobiliteitsbudget op een aantal manieren financieren.
- Door de bestaande uitgaven voor mobiliteit te verminderen en het vrijgekomen bedrag in het mobiliteitsbudget te stoppen (bv. Lager budget voor een firmawagen door minder kilometers of goedkoper voertuig, minder brandstofverbruik,…), omzetting van andere tegemoetkomingen in mobiliteit (openbaar vervoer,…), kostenbesparing van bv. parkingplaatsen op het bedrijf…
- Door het budget voor andere extra-legale voordelen te verminderen of door prestatie gebonden extra’s om te zetten naar mobiliteitsbudget.
- Eventueel door bijkomende middelen uit voorziene loonsverhogingen.
De rol van de overheid bestaat erin om de verrekening van de fiscale en sociale bijdragen zo eenvoudig mogelijk in te richten.
Wij stellen volgende aanpak voor:
- Met bedrijfswagen
De bedrijfswagen geniet een specifieke regeling in de personenbelasting (Voordeel alle Aard of VAA) en in de sociale zekerheid (Solidariteitsbijdrage voor werknemers). We denken dat het raadzaam is de huidige basisregeling VAA niet te wijzigen, enkel hierop een aanpassing te doen voor sommige bijkomende mobiliteitsmiddelen ten einde de werknemer te motiveren de alternatieven ook effectief te gaan benutten.
Type mobiliteitsvoordeel | VAA | Opmerking |
Bedrijfswagen inbegrepen alle gerelateerde uitgaven zoals tol, onderhoud, verbruik,… | Huidige berekeningsmethode | |
Tickets en abonnementen openbaar vervoer | Forfait in mindering te brengen van VAA bedrijfswagen | Voor werknemer en/of zijn gezin, te bepalen door werkgever. |
Tweewielers of andere individuele vervoersmiddelen behoudens bedrijfswagens met CO2-uitstoot (motoren, step,…) | Forfait bij te tellen bij VAA bedrijfswagen | VAA geldt per voertuig |
Tweewielers of andere individuele vervoersmiddelen behoudens bedrijfswagens zonder CO2-uitstoot (fiets, elektrische motor, step,…) | Forfait in mindering te brengen van VAA bedrijfswagen | Onbeperkt aantal vervoersmiddelen. |
Uitgaven en inkomsten voor collectief privaat voertuiggebruik in België (Uber, Blablacar, Taxi,…) | Geen | |
Alle vormen van car sharing of pool cars, uitgaven voor P2P autoverhuur of huur van een voertuig op korte termijn | Geen, indien occasioneel gebruik (anders voordeel bedrijfswagen) | Occasioneel gebruik dient gedefinieerd te worden (frequentie en huurduur). |
Andere mobiliteit gerelateerde diensten (bv parking, carwash, …) | Forfait | Een forfait per dienst |
Elementen om verplaatsingen te vermijden (bv laptop, tablet, GSM, data abonnement) | Forfait (Huidige berekeningsmethode) | Een forfait per dienst |
- Privé gebruik van alle vermelde elementen is belasting- en RSZ-technisch onbeperkt in de mate dat het gebruik de werknemer en zijn gezin betreft. De werkgever bepaalt de financiële grenzen waarbinnen de werknemer in totaal of voor elk onderdeel van het mobiliteitsbudget afzonderlijk uitgaven mag doen. De werkgever beheert en controleert het mobiliteitsbudget, bepaalt de modaliteiten en stelt de mobiliteitsvoordelen ter beschikking van de werknemer.
- Internationale verplaatsingen (bv per trein, vliegtuig maken deel uit van het mobiliteitsbudget
- RSZ bijdrage voor werknemers (voorheen CO2-bijdrage) = XX% op het Voordeel Alle Aard.
- Zonder bedrijfswagen
Type mobiliteitsvoordeel | VAA | Opmerking |
Tickets en abonnementen openbaar vervoer) | Geen | Voor werknemer en/of zijn gezin, te bepalen door werkgever. |
Tweewielers of andere individuele vervoersmiddelen behoudens bedrijfswagens met CO2-uitstoot (motoren, step,…) | Forfait | VAA geldt per voertuig |
Tweewielers of andere individuele vervoersmiddelen behoudens bedrijfswagens zonder CO2-uitstoot (fiets, elektrische motor, step,…) | Geen | Onbeperkt aantal vervoersmiddelen. |
Uitgaven en inkomsten voor collectief privaat voertuiggebruik in België (Uber, Blablacar, Taxi,…) | Geen | |
Alle vormen van car sharing of pool cars, uitgaven voor P2P autoverhuur of huur van een voertuig op korte termijn | Geen, indien occasioneel gebruik (anders voordeel bedrijfswagen) | Occasioneel gebruik dient gedefinieerd te worden (frequentie en huurduur). |
Andere mobiliteit gerelateerde diensten (bv parking, carwash, …) | Forfait | Een forfait per dienst |
Elementen om verplaatsingen te vermijden (bv laptop, tablet, GSM, data abonnement) | Forfait (=Huidige berekeningsmethode) | Een forfait per dienst |
- Privé gebruik van alle vermelde elementen is belasting- en RSZ-technisch onbeperkt in de mate dat het gebruik de werknemer en zijn gezin betreft. De werkgever bepaalt de financiële grenzen waarbinnen de werknemer in totaal of voor elk onderdeel van het mobiliteitsbudget afzonderlijk uitgaven mag doen. De werkgever beheert en controleert het mobiliteitsbudget, bepaalt de modaliteiten en stelt de mobiliteitsvoordelen ter beschikking van de werknemer.
- Verplaatsingen per vliegtuig kunnen nooit inbegrepen zijn in het mobiliteitsbudget
- RSZ bijdrage voor werknemers (voorheen CO2-bijdrage) = XX% op het Voordeel Alle Aard met en minimum van XX Eur per maand.
- Kosten eigen aan de werkgever blijven verhaalbaar volgens bestaande regels (bv. Verplaatsingen in opdracht van de werkgever met een privé-voertuig).
Het voordeel van voorliggende aanpak is dat hij pragmatisch is, zonder nood aan ingrijpende wetswijzigingen, dat door het forfaitaire karakter de controletaak voor de overheid eenvoudig wordt, dat er geen ingewikkelde berekeningen moeten gemaakt worden en dat werknemers en werkgevers in één oogopslag weten waar ze aan toe zijn als er met meerdere verplaatsingsmethodes wordt gewerkt. De rest betreft een systeemtechnische invulling die iedereen kan doen op de manier die best past.
Over Renta
De Belgische Federatie van Voertuigenverhuurders behartigt de belangen in de autosector voor het verhuur van personenwagens en bestelwagens in lange termijn- en korte termijn verhuur. Einde 2015 telde de gezamenlijke vloot van de Renta-leden ruim 380.000 voertuigen. Daarmee vertegenwoordigt Renta nagenoeg 95% van de Belgische autoverhuurmarkt. Momenteel telt Renta 50 leden.
Contact:
Renta VZW, J Bordetlaan 164,1140 Evere
Frank Van Gool, Algemeen Directeur Renta VZW, 0475 20 52 54, fvangool@renta.be
Uiteindelijk is het altijd de werknemer die zal moeten inleveren bij al dat gepriegel aan de vennootschapsbelasting.
Zie reacties